All translations of this statement (including in Albanian, Arabic, Bahasa Indonesian, Bahasa Malaysian, Burmese, Chinese, Czech, Dutch, English, Farsi, Finnish, French, Georgian, German, Greek, Italian, Japanese, Korean, Norwegian, Polish, Portuguese, Russian, Serbian, Slovenian, Spanish, Swedish, Tigrinya (Eritrea), Turkish, Ukrainian) are available here.
Wij veroordelen in de sterkst mogelijke bewoordingen de agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne.
Artikel 2 lid 4 van het Handvest van de Verenigde Naties verbiedt “bedreiging met of gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van enige staat, of op enige andere wijze, die onverenigbaar is met de doeleinden van de Verenigde Naties.” Er zijn slechts twee uitzonderingen expliciet opgenomen in het Handvest: individuele of collectieve zelfverdediging onder artikel 51 van het VN-Handvest in geval van een gewapende aanval, of autorisatie door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties handelend onder Hoofdstuk VII van het VN-Handvest. Geen van deze uitzonderingen is van toepassing op de huidige situatie. Meer in het bijzonder is het zo dat de Russische Federatie geen recht op individuele zelfverdediging heeft tegen Oekraïne.
Het recht op zelfbeschikking is geen rechtmatige basis voor de creatie van de Oekraïense gebieden Donetsk en Luhansk als “staten”. Hun erkenning door de Russische Federatie is dan ook een flagrante schending van de territoriale integriteit van Oekraïne, en als zodanig zonder juridisch gevolg. Aangezien deze gebieden geen staten zijn kan de Russische Federatie geen beroep doen op collectieve zelfverdediging ten behoeve van deze gebieden om de aanval op Oekraïne te rechtvaardigen. Op grond van dezelfde overweging kan de Russische Federatie zich ook niet beroepen op de beweerdelijke “toestemming” van deze entiteiten om enige interventie op het grondgebied van Oekraïne te rechtvaardigen voor welk doel dan ook.
Aangezien er geen rechtmatige rechtvaardiging is voor het gebruik van geweld tegen Oekraïne, begaat de Russische Federatie een duidelijke schending van artikel 2 lid 4 van het VN-Handvest en pleegt het een daad van agressie.
Deze daad van agressie kan bovendien het begaan van het misdrijf agressie met zich brengen door personen die in de positie verkeren daadwerkelijk controle uit te oefenen over, of leiding te geven aan, het politieke of militaire optreden van de Russische Federatie.
Wij roepen alle VN-lidstaten op om hun verplichtingen na te leven met betrekking tot de schending door de Russische Federatie van het verbod op agressie, wat een dwingende norm van internationaal recht (jus cogens) is. Deze verplichting blijft bestaan ongeacht gevallen van niet-naleving. Staten dienen derhalve samen te werken om de agressie via rechtmatige middelen tot een einde te brengen; zij mogen geen enkele hieruit ontstane situatie als rechtmatig erkennen; noch mogen zij bijdragen aan de consolidatie van de situatie.
Tot slot, herinneren wij derde staten, inclusief de Republiek Belarus (Wit-Rusland), eraan dat het feit dat een staat toestaat dat zijn grondgebied, dat hij aan een andere staat ter beschikking heeft gesteld, door die andere staat wordt gebruikt om een daad van agressie te plegen, op zichzelf ook een daad van agressie kan zijn.
Dr Anan Alsheikh Haidar
Professor Tatsuya Abe
Dr Constantine Antonopoulos
Professor Masahiko Asada
Dr Danae Azaria
Professor Guimei Bai
Professor Jack M. Beard
Dr Markus P. Beham
Dr Gleb Bogush
Professor Antonio Bultrini
Philippe Blaquier Cirelli
Professor Dr Erika de Wet
Professor Amos O. Enabulele
Dr Gloria Fernández Arribas
Dr Luca Ferro
Professor T.D. Gill
Professor James A. Green
Professor Patrycja Grzebyk
Professor Alonso Gurmendi Dunkelberg
Professor Christian Henderson
Professor Michał Kowalski
Professor Jang-Hie Lee
Dr Marja Lehto
Dr Eliav Lieblich
PD Dr Christian Marxsen
Dr Carrie McDougall
Professor Tadashi Mori
Professor Claus Kreß
Professor Koichi Morikawa
Dr Robert Muharremi
Professor Mary Ellen O’Connell
Professor Inger Österdahl
Dr Federica Paddeu
Professor Anne Peters
Dr Erin Pobjie
Dr Chiara Redaelli
Professor Brad Roth
Professor Dr Tom Ruys
Svit Senković
Dr Michael Smith
Professor Christian J. Tams
Professor Jennifer Trahan
Professor Jure Vidmar
Dr Sharon Weill
Dr Hannah Woolaver
* Deze verklaring is afgelegd door de leden van het Comité ten persoonlijken titel en geeft alleen het standpunt van de ondertekenaars weer.